Er zijn veel mythen over borstvoeding!

Heb je daar ook gezeten als kersverse moeder, totaal verward en terneergeslagen door alle verschillende beweringen en meningen over borstvoeding? Wanneer je een kind hebt gekregen, lijkt het alsof iedereen ineens weet wat het beste zou zijn voor zowel jou als moeder als voor je kind. Weet je wat, dat klopt niet.

Jij kent jezelf en je kind het beste. Je hoeft je ook niet te schamen of schuldig te voelen als je je kind niet kunt of wilt borstvoeding geven.

Er zijn veel mensen die dingen beweren en meningen hebben over borstvoeding, dus willen we in dit bericht 5 mythen over borstvoeding doorbreken!

5 mythen over borstvoeding

1. "Iedereen kan borstvoeding geven"
   – Nee, niet iedereen kan daadwerkelijk borstvoeding geven aan zijn kind. Er zijn verschillende redenen waarom iemand geen borstvoeding kan geven aan een pasgeboren kind. Het kan zijn dat het kind te vroeg is geboren en daarom de zuigreflex niet voldoende heeft ontwikkeld of dat het kind ziek is en daarom niet aan de borst kan drinken. Het kan ook zijn dat de moeder om medische of psychologische redenen geen borstvoeding kan geven. Ze kan bijvoorbeeld nare ervaringen hebben gehad bij eerdere pogingen of last hebben van pijnlijke tepels, borstontsteking, schimmelinfectie of iets dergelijks. Hiermee ontkrachten we dus de mythe dat iedereen borstvoeding kan geven.
2. "Het is zo gezellig om borstvoeding te geven"
   – Wat fijn dat je dat zo ervaart! Veel kersverse moeders vinden het geven van borstvoeding een gezellige tijd waarin ze nabijheid en lichamelijk contact met hun baby delen, maar lang niet iedereen. Veel mensen ervaren borstvoeding als moeilijk, zwaar en vol verplichtingen. Het kan pijn doen of stress veroorzaken omdat het niet gaat zoals "het zou moeten". Sommigen vinden borstvoeding simpelweg gezellig en anderen niet. Punt.
3. "Je hebt te weinig melk als het kind vaak wil drinken"
   – Het kan zo zijn, maar het hoeft niet zo te zijn. Borstvoeding is primair bedoeld om het kind te voeden, maar het is ook een gemakkelijke manier voor het kind om dicht bij zijn moeder te zijn. Dus als het kind vaak wil drinken, kan dat komen omdat de baby dichtbij jou wil zijn. Wanneer je baby wil drinken, is dat niet altijd een teken dat de baby honger heeft. Soms kan het simpelweg betekenen dat de baby troost of knuffels wil.
4. "De vader moet de baby de fles geven zodat het kind zich aan hem hecht"
   – Er is geen onderzoek dat zegt dat de vader de baby de fles moet geven om het kind zich aan hem te laten hechten. Om ervoor te zorgen dat een baby zich veilig voelt, moet het nabijheid, liefde en zijn basisbehoeften vervuld krijgen. Zodra het kind is geboren, doet het er alles aan om een zorgsysteem bij zijn naasten te activeren om ervoor te zorgen dat iemand voor hem zorgt. Noch geslacht noch verwantschap doet er toe; de hechtingsrelatie ontwikkelt zich tot degene die reageert op de signalen. Maar als jullie de baby de fles willen geven, is daar natuurlijk niets mis mee. Investeer in een goede borstkolf die geen pijn doet of te veel geluid maakt, zodat de vader volledige controle kan hebben en jij een welverdiende pauze kunt nemen.
5. "Flesvoeding 's avonds zorgt ervoor dat de baby langer slaapt"
   – De norm is dat het niet "normaal" is dat een baby de hele nacht doorslaapt. Tot een leeftijd van twee à drie jaar worden de meeste kinderen 's nachts meerdere keren wakker. Vaak willen ze drinken, ongeacht of ze 's avonds flesvoeding hebben gekregen of niet.

Oké, nu we toch bezig zijn met deze mythen, nemen we ook een van de meest voorkomende mee:

"Borstvoeding is beter dan flesvoeding"
– Natuurlijk is het zo dat borstvoeding op natuurlijke wijze voor het kind wordt geproduceerd en door de evolutie is ontwikkeld om alles te bevatten wat je baby nodig heeft. In het verleden was het misschien zo dat flesvoeding niet alles bevatte wat nodig was, maar tegenwoordig, in ons deel van de wereld, is het zowel zo gebruikelijk als goed ontwikkeld dat flesvoeding net zo voedzaam is als borstvoeding (Bron: Kry).